Op 't werk
Hoe is het op het werk? vraagt een vriendin. Ik moet even nadenken over het antwoord. Het eerste woord dat in me opkomt is 'ingewikkeld'. Allereerst natuurlijk de taal. Ik probeer zoveel mogelijk in het Noors te doen. Sowieso gaan de plenaire afdelingsvergaderingen (drie keer per week) in het Noors. En de afstemminsgoverleggen van de regio Helse Sør Ost. En de onze artsenbespreking. Net als de afdelingsvergaderingen van onze sectie. En dan nog de 'tavlemøte' die we één keer per week hebben. Die laatste bespreking moet ons helpen om efficiënter te werken.
Ullevål sykehus |
"Skal vi ha et møte" oftewel "Zullen we vergaderen" is een van de eerste Noorse zinnen die ik begrijp. Mocht iemand de indruk hebben dat we veel vergaderen, dat klopt. Ik heb dan ook zo mijn eigen gedachten over hoe de afdeling efficiënter kan draaien. Maar vooralsnog observeer ik vooral en luister. Beetje noodgedwongen want ik begrijp lang nog niet alles wat wordt gezegd. Ik mag onderbreken als ik het niet kan volgen maar dat wil je ook niet steeds doen. Dus maak ik keuzes. Maar het blijft wonderlijk als een onderwerp al drie keer is besproken, weer terugkomt en dat als ik vraag wat nu eigenlijk het probleem is, niemand mij echt antwoord kan geven.
Ondertussen spreek ik ook steeds meer mensen buiten onze eigen club. Met de energieke Noorse microbiologe die een waterval aan informatie over me heenstort (gelukkig wel in het Engels) klikt het wel. Zo'n lab voelt toch ook wel een beetje als thuiskomen. Ze is duidelijk blij met mijn interesse en ik vind het fijn om ingewijd te worden in de Noorse eigenaardigheden van de resistentie bepalingen. Zo gebuikt bijna heel Europa de EUCAST behalve de Scandinavische landen. Die hebben dat net weer een beetje aangepast. Wat dan weer voelt als een bakker die zijn eigen brood niet eet, omdat er toch ook Scandinaviers aan de wieg van die set met regels hebben gestaan.
Verdedigbaar volgens haar. Hier is alles nog een beetje anders. In het kader van "alles is beter in Noorwegen": ze hebben hier minder resistente bacteriën. Nog wel. Want ook hier liggen de bedreigingen van de boze buitenwereld om de hoek. Besmet vlees, import via reizigers en onnodige gebruik van antibiotica. Wat ze tussen neus en lippen door ook nog even opmerkt: "Er zitten nog rare gewoonte in de muren hier". Ze refereert aan mijn illustere voorgangster die er blijkbaar nogal eens afwijkende ideeën op na hield. Die niet altijd even praktisch en realistisch waren.
Ondertussen probeer ik wijs te worden uit de veelheid aan protocollen en richtlijnen die er zijn. Uiteraard alleen in het Noors. "Retningslinjer" hebben we volgens een van mijn collega's veel te veel. Volgens hem hebben de Noren de neiging om in plaats van een probleem op te lossen, op zoek te gaan naar deze reddende lijntjes. En als er geen is, er nog maar een te schrijven. Als houvast? Om zich achter te verschuilen? Voor mij is het nog moeilijk te onderscheiden of dit nu Noors is of in de muren van het ziekenhuis zit. En van welk ziekenhuis?
Het Oslo Universitetssykehus bestaat eigenlijk nog niet zo lang. Afgekort wordt het "OUS" wat net zo klinkt als "us" en nogal eens verwarrend werkt voor mij als we een mengelmoes van Norsk en Engels (het zogeheten "Nengelsk") aan het snakke zijn (å snakke = praten). Maar goed, het OUS is voortgekomen uit een fusie van het kleine Akershus Sykehus, Ullevål Sykehus en het Rikshospitalet. De mensen uit Aker spreken met weemoed over hun kleine knusse ziekenhuis waar ze iedereen kenden, Ullevål mensen mopperen over de staat van hun gebouwen en in het Rikshospitalet snappen ze niet dat mensen niet bij hun willen horen. Kortom, ik heb laatst eens uitgelegd wie Calimero is. Die kenden ze hier nog niet.
Ullevål, de lokatie waar ik werk, is het stadsziekenhuis van Oslo, maar ook het trauma centrum van de Zuid-Oost Noorwegen met een grote afdeling neurochirurgie. Zuid-Oost Noorwegen klinkt misschien niet zo groot, maar de regio "Helse Sør-Ost" loopt van Kristiansand in het zuiden tot boven Lillehammer in het Noorden. In die regio woont de helft van de Noorse bevolking.
Kortom, Ullevål mag dan niet tertiaire referentiecentrum voor Noorwegen zijn dat Rikshospitalet is, het is wel degelijk een groot ziekenhuis. Ook qua vierkant meter trouwens. Het bestaat uit allemaal losstaande gebouwen. Behalve een wit uniform heb ik ook een stevige winterjas van het ziekenhuis. Voor het geval ik van ons kantoor, in het oude Søsterhjemmet, naar een andere afdeling moet. Dan kan zomaar een minuut of tien lopen zijn. Buiten. In een land dat nog echte winters kent.
Er bestaan ook fleecevesten van het ziekenhuis want niet alle gebouwen zijn goed warm te krijgen in de winter. Eigenlijk verwachtte ik die niet in een rijk land als Noorwegen. Maar Ullevål staat op de nominatie om te gaan verhuizen, naar de lokatie van het Rikshospitalet, nu op 10 minuten fietsen van Ullevål. Argument is het vergroten van efficiëntie. Zinloos om twee van zulke ziekenhuizen met een hoop dubbelfuncties zo dicht bijeen te hebben. Hoewel he nu wel even handig is als een van de afdelingen neonatologie dicht moet voor nieuwe opnames vanwege een corona-geval.
Maar het budget voor de nieuwbouw is alweer verlaagd. Planning is 'klaar over 10 jaar' maar men moet weer terug naar de tekentafel. Zucht. Wij zien vanuit onze afdeling de discussies wel weer komen over de vierkante meters en moet dat echt zo groot-schoon-degelijk gemaakt worden. Een van de grooste problemen in ons huidige ziekenhuis is namelijk gebrek aan fatsoenlijke opslagruimte. Bizar op een terrein dat al likkebaardend wordt bekeken door de diverse projectontwikkelaars omdat er zomaar een hele woonwijk te realiseren is met 'tig huizen. Maar het zijn deels historische gebouwen en niet overal kan en mag zomaar wat aangebouwd worden. Van de architect. Ik prijs mij gelukkig met mijn werkervaring op veel verschillende plekken: ik ben nog niet veel tegen gekomen dat ik op andere plaatsen ook niet heb gezien. Qua inhoud van het werk dan. Dit is wel mijn eerste werkgever die beschikt over vakantie huizen die je als personeelslid goedkoop kunt huren. De Noorse Hytte-kultur is nog springlevend.Maar goed, het ziet er naar uit dat ik nog wel even kan genieten van mijn kamer met houten vloeren, hoog plafond en prachtige oude deuren. Deze oude muren mogen blijven zoals ze zijn. Op een paar andere muren in het ziekenhuis mag wel een nieuwe kleurtje. Ondertussen zoek ik mijn weg tussen wat des lands, des ziekenhuis en de afdeling is. En ben ik af en toe ook even Nederlands direct. Dan waarschuw ik wel even. Ik voel er eigenlijk wel wat voor om die muren in Noorse rood-wit-blauw met een Nederlandse tintje op te gaan tuigen. Beste van twee werelden. Moet kunnen toch?
Reacties
Een reactie posten