Sleutelmoment.
Opgelucht vis ik mijn sleutels uit de wasmand. Ik kon ze eigenlijk niet kwijt zijn. Tenslotte wist ik dat ik de voordeur ermee open gemaakt had. En dat ze ergens in huis moesten zijn. Maar waar? Ik had mijn tas al drie keer in en uitgepakt, alle vensterbanken en jaszakken afgezocht zonder resultaat. De diepe zucht en de meewarige blik van manlief op de vraag "Heb je mijn sleutels gezien?" overleefd. Je blijft in ieder geval in karakter, merkte hij droog op. Hij heeft wel een beetje gelijk. Ik ben regelmatig mijn sleutels kwijt. Erfelijk belast, is mijn verdediging. Ik hoor het mijn vader nog roepen. "Mien, waar zijn mijn sleutels?". Negen van de tien keer wist mijn moeder dat dan ook nog eens feilloos. Dat mis ik dan weleens. Mijn manlief vraagt hooguit of ik al in de koelkast gekeken heb. Gelukkig weet hij niet van de keer dat ik ze in de ton met hondenvoer terug vond. En nu dus in de wasmand. Uit mijn broekzak gevallen.
Toen we net in Noorwegen waren viel er ook een sleutel uit mijn zak. Maar op een wat ongelukkiger moment. Vlakbij huis merkte ik op dat de borstzak van mijn jas open stond De zak waar ik zorgvuldig de sleutel in had gedaan en de rits dicht. Die zak is oorverdovend leeg. Slik. Ik denk aan het moment bovenop de berg dat ik mijn telefoon uit diezelfde zak haalde om een foto te maken. Daar staan we dan, moe en bezweet, hard toe aan thee en lunch. We moeten nog een beetje wennen aan Noorse afstanden en hoogtemeters en dit ommetje was iets pittiger uitgepakt dan gepland. We moeten er niet aan denken weer helemaal terug naar boven te klimmen. En sowieso, het groot is nou eigenlijk de kans dat je een losse sleutel met een beige koord eraan terug vindt op een rotshelling.
Allerlei andere scenario's spoken door mijn hoofd. Verhuurder bellen? Maar zou die wel nog een reservesleutel hebben? En de batterij van mijn telefoon is bijna leeg. Raampje inslaan? En dan de verhuurder moeten bellen en al het gedoe van herstel. Allemaal niet fijn.
Bij ons huis aangekomen bedenk ik me ineens dat ik mijn schoenen buiten van het terras heb gepakt. Zou het? Via de tuin van de buren kan ik op onze veranda komen. Wat ongemakkelijk loop ik hun tuin in. De achterdeur staat open dus ik zwaai voor alle zekerheid even. Niet nodig. Er is niemand thuis. Ik klim over het hekje en loop gespannen naar de achterdeur. Zou het? Gelukkig, mijn vergeetachtigheid heeft zich uitgestrekt tot de achterdeur. Die is niet op slot.
Met een zucht van verlichting laat ik Hans binnen, opmerkend dat we al echt aan het integreren zijn. Achterdeur op slot is hier voor buitenlanders. Tenslotte hadden de buren hun achterdeur ook wagenwijd open staan zonder dat er iemand thuis is. Hij zucht maar weer eens om zijn vergeetachtige vrouw, maar we zijn binnen en kunne gaan lunchen.
Twee dagen later wandelen we weer de berg op. Voor de vorm kijk ik wel wat om me heen maar verwacht niks. De kans iets te vinden in een landschap vol struiken en rotsen is niet groot en we zijn er niet eens helemaal zeker van dat we exact hetzelfde pad volgen.
Ineens hoor ik voor me een verbaasde uitroep. Kijk nou! roept meneer. Ik zie in eerste instantie niks. Hij wel. Een vriendelijke medewandelaar heeft de sleutel gevonden en hem op ooghoogte in een boom gehangen. Nou ja! Het moge duidelijk zijn: Noorwegen is het land van mijn dromen. Zelfs mijn sleutels vinden hier de weg naar mij terug.
Reacties
Een reactie posten