Padleturen (op pad med de kano) - deel 1.

Opeens is het zomer. Een week geleden kwam de regen met bakken uit de hemel en tikte de thermometer de 7 graden aan, vandaag is de lucht strakblauw en gokken we op dik boven de twintig. Heel precies weten we het niet. Het weerstation in de aanbieding bij de Biltema hebben we toch maar niet gekocht. Tenslotte wilden we ontspullen. Minder kopen. Minder consumeren. Maar toch, we hadden toch nog wat nieuwe dingen 'nodig': vandaag gaan we op pad met onze eerst eigen kano. Met kar. En twee gloednieuwe hangmatten met muskietengaas. Die hangmatten oftewel 'hengekøyer' zagen we overal. Op facebook in de Østmarka gruppe, op instagram bij "Vi har det beste ute" en bij onze lokale dorpssupermarkt. Het leek een essentieel onderdeel van buiten zijn en 'å kose seg'. Dat laatst is bijna onvertaalbaar, maar spreek het uit en laat het over je tong rollen. Dan snap je het gevoel wel. (en anders is er altijd nog Google translate).


Onze kano is een Ally, een vouwkano oftewel een bouwpakket. Noorse icoon. Gebuikt door Lars Monsen. Lars wie? Monsen? Nooit van gehoord. De blik op het gezicht van de verkoper zegt het wel. Minpunt op de inburgeringscursus. De Noorse gebruiksaanwijzing is ook iconisch: kort en onduidelijk. Het filmpje op Youtube ziet er verrassend simpel uit. Ook wat kort. Kort door de bocht. Want bij onze eerst in elkaar-zet-poging maakt de middenstang de bocht niet goed. Een veer zegt knak. Terug naar de winkel. 

Niet zo erg dat we terug moeten. We hebben ons een beetje verkeken op het formaat. In theorie is deze kano draagbaar. In een rugzak. Visioenen van trektochten over meren waar we stoer de kano meedragen van meer naar meer. In onze woonkamer blijkt de werkelijkheid net iets anders. Ik schuifel gebukt een stukje heen en weer door de woonkamer. Ik kom niet eens rechtop onder het lange gewicht. Bij Hans hangt de zak zowat tot op zijn hielen. Reality check. We ruilen de rugzak in voor een karretje. Beter voor rug en humeur. 



Na wat naspeuren op internet, denken we eigenlijk dat de Noorse gebruiksaanwijzing niet klopt. Frank van Zwol, Nederlands kano-icoon doet het anders. Lijkt handiger. Logischer. Volgende poging. En zowaar: het lukt, zonder kleerscheuren en bloedvlekken. Hij ligt klaar! 

Tijd voor onze eerst tocht. Afgelopen zaterdag was het zover: de maiden voyage. We wandelen met de kar door het dorp en over de grintweg naar het eerste het beste water dat we tegen komen. Een klein meertje. Eigenlijk hebben we geen idee hoe hard je gaat in een kano. Harder dan we denken, ondanks de zigzaglijn die we varen. Voor we het door hebben zijn we al aan het uiteinde van meer één. Portage. Ik stap uit en zak tot over mijn knieën in het moeras. Oeps. We sleur-trekken de kano mee richting de echte oever. Hier stonden we afgelopen winter te bedenken wat een mooi zwemplekje dit was zo recht vanaf de rots het water in. Wonderlijk dat er nu gewoon een moeras ligt. Maar goed, op naar meer twee, zo ver is het niet. Althans, afgelopen winter op ski's waren we daar zo. Nu puf ik en zweet en stoot mijn benen blauw. Maar goed, meer twee is onze eindbestemming voor vandaag. 





Eenmaal op het water voelt het beter. Blauwe lucht, kraakhelder water, intens groene oevers. Het is onze eerste ervaring met Noorse zomers en we zijn niet ontevreden. Oftewel, wat een genot zo. We zoeken een eilandje in het meer en hangen de hangmatten op. Zachtjes schommelen we in onze cocon. We horen niets anders dan de wind in de bomen en de roep van de fossekallen (Waterspreeuw, Noorse nationale vogel). Ok, af en toe ook een vliegtuig. Na een paar uur varen we weer naar huis. Wij hebben dit helemaal goedgekeurd als dagbesteding. Morgen testen wat onze huskymeneer er van denkt. 


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Noorse paradoxen: Plannen!

Noorse paradoxen : Biertje?

Stroom